Met zijn grote paarse bloemen zijn wij dol op de zomerse looks van de vlinderstruik. Ook vlinders, bijen en hommels kunnen geen genoeg krijgen van deze heester. Daarnaast kent de vlinderstruik talloze soorten met elk hun eigen kleur.
Oorsprong
Van oorsprong komt de vlinderstruik uit China. Daar bloeide hij zo mooi, dat de Europeanen en Amerikanen ook graag de vlinderstruik wilden. De vlinderstruik wordt ook wel buddleja genoemd en is familie van de Scrophulariaceae.
Vermeerderen
Je kunt de vlinderstruik eenvoudig stekken. Knip een tak af van zo’n dertig tot veertig centimeter die zijtakjes of knopjes heeft. Het onderste deel van de tak kun je in een vaas met water zetten, en wachten totdat er wortels aan komen. Als er genoeg wortels aan de stek zitten, kun je hem in de grond zetten.
Verzorging
De vlinderstruik wil graag van het zonnetje genieten. Ook kan hij prima staan op een plek in de halfschaduw. Daarnaast houdt de plant niet van een natte grond. Het is dus fijn als je zorgt voor een vochtdoorlatende aarde. Als de bladeren van de struik gaan hangen, heeft hij dorst.
Groei en bloei
De vlinderstruik is een snelle groeier, maar daardoor wordt hij niet heel oud. Per jaar kan een tak wel 1,20 meter lang worden. Als hij in bloei staat kan hij witte, paarse, roze en rode bloemen creëren. Een waar spektakel. Dit zal rond augustus gebeuren.
Snoei
De vlinderstruik wil graag gesnoeid worden. Als je hem niet snoeit, zal hij erg groot worden. Toch kan hij hierdoor minder bloemen produceren. Wanneer je hem gaat snoeien zal hij meerdere bloemen produceren wat zorgt voor een voller resultaat. Je kunt de vlinderstruik het beste groeien vanaf maart als de vorst is afgelopen. Snoei de struik overigens nooit verder dan een derde terug.
