De alocasia is een plant die opvalt. De bladeren van de plant kunnen wel een meter groot worden! Deze plant zal dan ook erg tof staan in een interieur waar hij in de spotlights staat. De alocasia wordt ook wel olifantsoor, taro of reuzentaro genoemd.
Oorsprong
De alocasia-familie komt oorspronkelijk uit de tropische regenwouden van Zuidoost-Azië. De bladeren van de alocasia worden in dat gebied gebruikt voor beschutting tijdens een regenbui. Dit kan natuurlijk ook gemakkelijk dankzij de enorme bladeren.
Dier- en kindvriendelijk
Helaas is de alocasia niet vriendelijk voor dieren en kinderen. Het sap van de alocasia kan een lichte huidirritatie teweegbrengen.
Water
De alocasia vindt het prettig om in een pot te leven waar de aarde vrijwel altijd vochtig is. Wanneer jouw groene vriend een slokje water nodig heeft, laat hij dat zien door zijn bladeren te laten hangen. In de winter verbruikt deze plant wel wat minder water.
Licht
De alocasia wil graag op een plek staan waar het redelijk licht is. Op een donkere plek zal hij het ook prima doen, maar dan groeien de bladeren richting het licht. Dit kan ervoor zorgen dat jouw plant een gekke vorm krijgt. Om dit te voorkomen kun je ‘m regelmatig een stukje draaien.
Voeding
Een keer in de twee weken voeding geven is voldoende voor de alocasia. Dit moet je echter wel doen in de lente- en zomermaanden. In de herfst en winter kun je beter geen voeding geven.
Verpotten
Wist je dat een alocasia zo’n twee meter hoog kan worden? Wow! Hij heeft in dat geval wel genoeg ruimte nodig om zijn wortels te kunnen uitbreiden. Het is daarom aan te raden om iedere twee jaar jouw alocasia te verpotten naar een groter huisje. De nieuwe pot moet ongeveer twintig procent groter zijn dan zijn oude pot.
