Groene inhoudsopgave
Kattenkruid is een geliefd plantje onder de dieren. Bijen vliegen erop af, vlinders zitten er graag op en zelfs sommige katten willen er graag in liggen. Katten worden aangetrokken door de geur en worden helemaal blij van het plantje – op een goede manier. Als je juist geen katten in jouw tuin wil hebben, kun je deze beter overslaan. 😉
Oorsprong
Kattenkruid is familie van de Lamiaceae, waar munt ook onder valt. Van nature komt deze geliefde kattenplant uit Europa en Azië. In Nederland kun je ook wild Kattenkruid zien groeien, maar dat is wel zeldzaam.
Zaaien
Je kunt de zaden van kattenkruid vanaf mei beginnen te zaaien tot juli. Ze kunnen rechtstreeks de volle grond in. Druk de grond iets aan en zorg ervoor dat er 40 centimeter tussen de zaden zit. Ze willen graag een plekje in de zon, maar de namiddagzon kan de plant erg beschadigen. Zoek dus een plekje waar ongeveer zes uur zon per dag komt. Ook willen ze zo nu en dan een slok water.
Vermeerderen
Waar de zaden van het kattenkruid veel water willen, hoeft een volwassen plant dat niet. Deze plant groeit van oorsprong in droge gebieden en wil dat ook zo behouden in jouw tuin. Je hoeft hem dus bijna geen water te geven als hij in de volle grond staat. Als hij in een pot staat, laat ‘m dan tussen de gietbeurten door goed opdrogen. Bovendien geniet hij van de warme zonnestralen.
Groei en bloei
Kattenkruid bloeit van juli tot september en laat schattige paarse bloempjes zien. Het heeft wel wat weg van lavendel. Kattenkruid groeit gemiddeld zo’n vijftig centimeter omhoog. Daarnaast is kattenkruid meestal winterhard, maar heeft bij sneeuw wel bescherming nodig.
Snoei
Als de plant is uitgebloeid, is het goed om deze te snoeien. Zo maakt de plant kans op een tweede bloeibeurt en daarnaast blijft de plant mooi qua formaat. Ook is het goed om droge en dode bloemen te verwijderen.
