De lindeboom is vooral populair als leiboom van ons kikkerlandje. Deze zijn makkelijk te onderhouden, staan goed in iedere tuin en als klap op de vuurpijl zijn deze planten winterhard. Ook hoef je niet te veel aandacht aan deze boom te besteden: hij gaat zijn gangetje wel.
Oorsprong
Van nature zag je de leilinde bij boerderijen, ongeveer honderd tot tweehonderd jaar geleden. Daar werden ze gebruikt als bliksemafleider en ter bescherming van vliegen en ongedierte. De leilinde is namelijk gevoelig voor luis en luizen scheiden een plakkerig goedje uit, waar de vliegen en andere insecten aan blijven plakken. Daarnaast is de linde in heel Europa te vinden, evenals Amerika, Canada en enkele landen in Azië. De Linde is familie van de Malvaceae.
Vermeerderen
Je kunt de linde zaaien en stekken, maar het stekken van een Linde kan wel tien jaar duren. De zaden van de linde kun je in een bakje leggen met speciale stekgrond. Druk deze voorzichtig aan en houd vervolgens de grond licht vochtig. Ook wil hij graag op een licht plekje staan, maar niet in de volle zon. Als je in oktober begint met zaaien, heb je meestal miniplantjes in het volgende seizoen.
Verzorging
Als je net een nieuwe Linde hebt geplant, moet je deze vaak water geven. Als je een oude linde in de tuin hebt staan, vraagt deze weinig onderhoud van je. Deze wil alleen op een zonnig plekje staan. De enige verzorging waar hij naar verlangt is zo nu en dan een snoeibeurt.
Groei en bloei
Hoe snel een linde groeit, is moeilijk te achterhalen. Dit hangt af van de grondsoort, voeding, soort linde, hoeveelheid water enzovoorts. Bovendien kan een Linde wel twintig tot dertig meter hoog worden. In juni zal de Linde rijkelijk bloeien met kleine, gele bloemetjes. Hommels zijn hier dol op. Bovendien zijn de meeste Lindes winterhard.
Snoei
Een keer per jaar moet de linde gesnoeid worden. Dit kun je doen in de winter of wanneer het voorjaar begint. Hoe later je gaat snoeien, hoe langer de boom meegaat. Het najaar is dus de beste optie.
