Als eenmaal het zonlicht op de rode bladeren schijnt van de Japanse esdoorn, levert dit een magisch effect op. Bovendien kun je er zelf voor kiezen om deze plant in jouw tuin te laten trotseren als boom of als struik.
Oorsprong
De naam van de plant verklapt het misschien al een beetje, maar de Japanse esdoorn is inheems in Japan. Ook komt hij van nature uit Korea. In deze twee landen staat de plant symbool als een vlam voor inspiratie. De Japanse esdoorn is familie van de Sapindaceae.
Vermeerderen
Je hebt geduld nodig als je de Japanse esdoorn wil vermeerderen. De struik is namelijk al een langzame groeier op zich, laat staan als je hem wil gaan vermeerderen. Wel is het vrij eenvoudig om de Japanse esdoorn te stekken. Je knipt simpelweg wat takjes weg en je verwijdert de onderste bladeren van de tak. Steek de stek in een pot gevuld met aarde en zand. Geef regelmatig wat water.
Verzorging
Bij het verzorgen van de Japanse esdoorn heb je geen dagtaak. De grond moet slechts goed waterdoorlatend zijn. Je hoeft in dat geval maar een keer per week water te geven, maar bij warm weer mag het vaker. Daarnaast wil de Japanse esdoorn in de halfzon of schaduw staan.
Groei en bloei
De Japanse esdoorn is een langzame groeier, maar kan wel tien meter hoog worden. Dit is wel afhankelijk van het soort, want de Crimson Queen kan slechts drie meter hoog worden. De bladeren van de plant zijn diep ingesneden en hebben een rode kleur. Daarnaast kan de Japanse esdoorn bloeien; dit gebeurt meestal rond april en mei. Dit kan wel heel lang duren en daarnaast zijn de bloemen erg onopvallend.
Snoei
Snoeien is niet per se een noodzaak bij de Japanse esdoorn. Als je toch wil snoeien, kan dit het beste rond juli en augustus. Als je in het voorjaar gaat snoeien kunnen de wonden gaan bloeden.
