De sering is een mooie, bescheiden heester. Als hij in bloei staat zal hij hoge en grote bloemen tonen die een verschillende kleur kunnen hebben. Zo bestaat er een sering met witte, paarse en roze bloemen. Daarnaast ruiken deze bloemen ook erg lekker. Optimaal genieten dus!
Oorsprong
De sering komt van oorsprong uit Zuidoost-Europa. Deze plant groeit vooral op rotsachtige heuvels in de Balkan. Bovendien wordt de gewone sering volgens oud herbariummateriaal sinds 1859 als ‘verwilderd’ opgegeven.
Vermeerderen
Je kunt de sering niet op een ‘gewone’ manier vermeerderen. De sering is namelijk geënt op een onderstam. Wel kun je de zaden van de sering zaaien in de grond. De beste tijd om dit te doen, is in het voorjaar.
Verzorging
Vooral wanneer het droog weer is, mag de sering extra water krijgen. Daar wordt hij blij van! Daarnaast wil hij op een plek staan waar hij minimaal zes uur per dag zonlicht krijgt. Ook wil hij graag beschut staan. Bovendien wil hij liever geen andere plant in zijn aura: geef hem dus een plek waar hij goed kan groeien.
Groei en bloei
De sering is een extreem snelle groeier waardoor hij binnen een aantal jaar al zijn maximale hoogte heeft bereikt. Dit kan prettig zijn, maar hierdoor ben je wel genoodzaakt om hem te snoeien. Daarnaast zal hij met name in mei gaan bloeien. Wist je dat de kleurtinten van de bloemen kunnen veranderen als ze in bloei staan? Ook niet geheel onbelangrijk is dat deze plant extreem winterhard is. Hij kan het aan tot -45,5 graden!
Snoei
Zoals net al even werd benoemd, is het noodzakelijk om de sering te snoeien. Zo zal hij nog uitbundiger bloeien dan dat hij al deed. Knip de uitgebloeide takken in het voor- of najaar terug, maar laat de jonge scheuten wel zitten.
