Groene inhoudsopgave
De levensboom wordt ook wel thuja genoemd. Dit is een oersterke plant waar je een chique afscheiding mee kunt creëren. Bovendien is het een snelle groeier als je het vergelijkt met andere coniferen, maar gelukkig heeft deze levensboom niet al te veel onderhoud nodig.
Oorsprong
De thuja behoort tot de coniferen uit de Cupressaceae-familie. Er bestaan vijf soorten van de thuja waarvan er twee in Noord-Amerika en drie in Oost-Azië voorkomen. De levensboom staat symbool voor ontwikkeling, vruchtbaarheid, onsterfelijkheid en genezing.
Vermeerderen
Je kunt de levensboom vermeerderen door hem te stekken. Vul een pot met potgrond en snijd een tak af van de levensboom. Haal de onderste zijtakken en bladeren weg. Knip de bladeren schuin af en plaats ze vervolgens in de potgrond. Als je meerdere stekjes maakt, zorg er dan voor dat deze elkaar niet raken. Houd de grond vochtig en het wachten zal worden beloond.
Verzorging
De eerste weken nadat je de levensboom hebt geplant, moet je veel water geven. Als ze eenmaal groter zijn geworden en gewend zijn geraakt aan hun standplaats, hoef je ze minder water te geven. Volwassen thuja’s houden namelijk niet van natte voeten. Daarnaast staat de levensboom in een beschutte plek in de zon of halfschaduw.
Groei en bloei
Gemiddeld groeit een levensboom twintig tot dertig centimeter per jaar. Dit verschilt echter wel per soort levensboom. Als de thuja in bloei staat, krijgt hij onopvallende kegeltjes. Dit zal rond april en mei gebeuren wanneer de bloeiperiode aanbreekt.
Snoei
Levensbomen kunnen net als andere coniferen alleen gesnoeid worden in de warme maanden. In de winter is de plant in ruststand en kan hij een snoeibeurt niet goed verwerken. Je kunt hem dus het beste snoeien vanaf half mei tot eind september.
