Veel planten houden er niet van: zonlicht. De meeste planten geven de voorkeur aan indirect zonlicht. Dit is echter een vaag begrip dat bij veel mensen veel vraagtekens doet oproepen. Toch bestaan er ook een aantal planten die wel genieten van het lekkere zonnetje. Denk maar aan de cactus en de palmen. 

1. Direct zonlicht

Heb jij een raam op het zuiden en staan daar een aantal plantjes? Dan staan deze planten in het directe zonlicht. De zon staat namelijk het grootste deel van de dag op het zuiden, wat betekent dat ook jouw planten op het zuiden staan. Let er wel op dat niet elke plant dit fijn vindt. Eigenlijk vinden alleen woestijnplanten deze plek fijn.

2. Indirect zonlicht

Indirect zonlicht is eigenlijk licht dat wordt gefilterd. Planten die van indirect zonlicht houden zijn voornamelijk omringd door andere planten die het zonlicht opvangen. De planten die liever in indirect zonlicht staan, willen maximaal vijf uur licht per dag. Let erop dat je niet de planten in de vensterbank zet. Dan krijgen ze namelijk direct zonlicht. Meestal is de standplaats voor indirect zonlicht zon twee à drie meter van het raam af. 

3. Halfschaduw

Daarnaast bestaan er planten die graag een plekje willen bemachtigen in halfschaduw. Halfschaduw is gefilterd licht waarbij een plant drie à vier uur in het licht staat. Let erop dat dit wel gefilterd licht is, dus bijvoorbeeld achter een gordijn. De planten die houden van halfschaduw staan van nature letterlijk in de schaduw van een grotere plant.

4. Schaduw

Er zijn maar weinig planten die het goed doen in de schaduw. We weten immers dat planten licht nodig hebben om hun fotosynthese te laten werken. Gelukkig bestaan er een aantal plantensoorten die het wel goed doen in de schaduw. Dit zijn plekken waar amper daglicht komt. Echter, is het niet de bedoeling dat je de planten in de kelder neerzet waar helemaal geen daglicht komt. Hier zal jouw plant niet zo gelukkig van worden.

Veelgestelde vragen