Groene inhoudsopgave
Vleesetende planten zien er bijzonder uit. Ze kunnen tandjes, toeters of klevende bladeren hebben. Het ziet er nogal angstaanjagend maar tegelijkertijd grappig uit. Gelukkig doen ze ons niks kwaad, maar vleesetende planten kunnen écht vliegen en spinnetjes oppeuzelen. Neem jij ook een vleesetende plant in huis? Hieronder staan alle vleesetende planten op een rij, inclusief hoe je deze moet verzorgen.
Vleesetende planten en hun oorsprong
Vleesetende planten komen van oorsprong uit het moeras. Ook kun je ze terugvinden in het tropische regenwoud. En wist je dat je de Zonnedauw zelfs in ons eigen land kunt vinden? Toch is het vrij klein dat je ooit een vleesetende plant tegenkomt, behalve in het tuincentrum dan.
Verzorging van de vleesetende plant
De meeste vleesetende plant hebben dezelfde verzorging nodig. Zo wil eigenlijk iedere plant graag in vochtige potgrond staan, op een zonnig plekje. Daarnaast is een vleesetende plant niet zo dol op kalk. Probeer daarom kraanwater te vermijden, waar veel kalk in zit verwerkt. Geef daarom regenwater en jouw plant zal je dankbaar zijn. Vang bijvoorbeeld water op door middel van een regenton.
Als laatst is het belangrijk om de plant geen plantenvoeding te geven. De plant krijgt namelijk al extra voeding door de insecten die ‘ie binnenkrijgt. Wanneer je wel plantenvoeding geeft, kan dit te veel worden van de plant. Doe dit dus ook zeker niet. Je kunt wel een dood insect aan jouw plant geven, of desnoods kopen bij een dierenspeciaalzaak. Zo kun je de plant toch nog een beetje bijvoeden.
Dit zijn de bekende vleesetende planten
Nu je de verzorging van de vleesetende planten wil, is het aan jou om deze taak te volbrengen. Er zijn een aantal vleesetende planten die goed zullen staan in ieder interieur, en jou van vervelende beestjes afhelpt. Welke dat zijn, zetten we hieronder voor je neer.
- Trompetbekerplant, ook wel Sarracenia psittacina genoemd, kun je herkennen aan de plant met zijn bekers. De bekers hebben wel wat weg van trompetten, vandaar ook de naam ‘trompetbekerplant’. Deze steken hoog de lucht in en vangen hiermee hun voedsel. De bovenkant van de trompet is glad en aan de binnenkant bevinden zich haartjes. Op deze manier kan het insect niet meer ontsnappen.
Daarnaast bestaat er nog een andere bekerplant, maar deze valt niet onder dezelfde familie. We hebben het over de Nepenthes alata, ook wel de bekerplant genoemd. Deze bekers hangen aan de plant en hebben wel wat weg van zakjes. Bovenop die zakjes zit een soort dekseltje. Deze zal ervoor zorgen dat de zakjes niet vol komen te staan met water. - Venusvliegenvanger, ook wel Dionaea muscipula genoemd. Deze kun je herkennen aan zijn ‘bek’ met daarin allerlei tanden, zo lijkt het. De plant vangt hiermee zijn voedsel en sluit daarna heel voorzichtig zijn bek. Vanaf dat moment zal het insect verteren. Dit verteerproces kan wel langer dan een week duren!
- Drosera, ook wel Zonnedauw genoemd, vangt eenvoudig zijn voedsel. Dit omdat de bladeren van de Zonnedauw ontzettend kleverig zijn. Als er een insect tegenaan loopt of vliegt, zal het insect eraan vast blijven kleven. Vanaf dat moment gaat het verteerproces in gang. Wist je trouwens dat Zonnedauw gewoon voorkomt in Nederland?
Daarnaast zijn er nog een aantal minder bekende vleesetende planten. Denk bijvoorbeeld aan de Byblis. Dit plantje ziet er schattig uit: kleine, paarse bladeren en tegelijkertijd ook vleesetend. Bijzonder!
Veelgestelde vragen
Een vleesetende plant kan insecten eten. Dit hoeft niet altijd zo te zijn: een vleesetende plant kan ook bijvoorbeeld bladeren eten.
Vleesetende planten hebben nogal wat aandacht nodig. Zo wil de plant altijd water tot zijn beschikking hebben en moet deze op een zonnige plek staan. Ook is het belangrijk om dode bladeren weg te halen.
Vleesetende planten hebben vaak een bepaalde nectargeur. Daarnaast hebben ze vaak mooie kleuren. Via deze twee manieren komen er insecten op de plant af.