Als mensen aan de hulst denken, denken ze vaak aan een kerstbakje of een chocolaatje in de vorm van het blad. Deze plant is niet alleen mooi als kerstversiering, maar kan ook ideaal zijn als haag.
Oorsprong
De hulst komt van oorsprong uit het zuiden en westen van Europa, het noordwesten van Afrika en het zuidwesten van Azië. Hij is dus op veel plekken te zien. In de Benelux staat de hulst bekend als enige groenblijvende loofboom. De hulst is familie van de Aquifoliaceae.
Vermeerderen
Je kunt de hulst vermeerderen door hem te stekken. Knip allereerst een half-verhoute scheut af met een lengte van vijftien tot twintig centimeter. Haal de onderste bladeren weg en zet de tak in een pot met speciale stekgrond. Houd deze steeds licht vochtig en zet ‘m op een lichte plek neer. Nu is het afwachten totdat de stek wortels gaat schieten.
Verzorging
Het liefst staat de hulst in de volle zon, of een plek in de halfschaduw. Daarnaast mag de grond niet te droog en niet te nat zijn. Wanneer het warm en droog is, mag je de plant voorzien van extra water. Ook kun je hem wat voeding geven in het voorjaar, zodat hij een extra boost krijg voor zijn groeiperiode.
Groei en bloei
De hulst staat bekend om zijn glimmende, stekelige bladeren met rode besjes. Deze plant groeit ongeveer tien tot twintig centimeter per jaar en is daarmee de snelste niet. De Hulst bloeit ongeveer van april tot en met mei. Het grote voordeel van de hulst is dat deze heel sterk is in de winter.
Snoei
Als de vorst voorbij is rond maart, mag je hem een frisse coupe geven. Je kunt de plant voor ongeveer de helft wegsnoeien. Dit geldt echter wel voor volwassen planten. De jonge planten kun je beter snoeien rond het voorjaar en in de zomer. Met een heggenschaar knip je de plant weer mooi in formaat. Et voilà, de hulst is er weer klaar voor!
