Verse sla uit eigen tuin is natuurlijk op zijn lekkerst. Toch kan het gauw misgaan met sla, omdat slakken dit net zon lekkere groente vinden als wij. Het is dus aan te raden om aan sla als moestuinplant te beginnen als je zeer groene vingers hebt gekweekt. Gelukkig bestaan er een aantal verzorgingstips zodat jij alsnog uit de voeten kunt komen met het verzorgen van sla.
Zaaien
Het verschilt per slasoort, maar de meeste soorten kun je vanaf maart tot augustus meteen in de tuin zaaien. Echter, is het wel goed om dit in het voorjaar te doen. Zaai de zaden in halfschaduw; slazaden zijn gevoelig voor warmte en kunnen daardoor te snel doorschieten.
Verzorging
De volwassen slaplant staat liever in de zon of halfzon. Bovendien verlangt deze veel water – sla bestaat namelijk uit vrijwel alleen maar water. Hij geeft het overigens goed aan wanneer hij een slokkie wil, dan hangen de bladeren namelijk slap. Er moet echter geen water in de grond blijven staan, want daar kan de slaplant niet tegen.
Een aantal slasoorten kunnen goed tegen vorst. Een aantal daarvan zijn Winter Density, Waldor en Brune d’hiver.
Daarnaast zijn slakken dol op sla. Voor je het weet zit er een slak bij jouw sla en kun je fluiten naar jouw oogst. Het is daarom belangrijk om te voorkomen dat er slakken bij jouw kroppen zitten. Je kunt onder andere koperringen, gebroken eierschalen of slakkenkorrels gebruiken rondom de kroppen sla.
Oogsten
Meestal kun je drie of vier weken na het zaaien de slabladeren al oogsten. Dit hangt natuurlijk wel af van het soort. Sommige kun je namelijk al oogsten wanneer de bladeren een grootte hebben bereikt van tien centimeter.
Snoeien
Het is niet nodig om sla te snoeien. Bij het oogsten haal je namelijk een hele krop sla weg, maar je kunt er ook voor kiezen om alleen een aantal bladeren weg te halen.
