Groene inhoudsopgave
De beuk wordt vaak gebruikt als haagplant. Deze worden hoog, groeien snel én ze bieden jou genoeg privacy. Ook niet geheel onbelangrijk is dat deze de winterse temperaturen zullen overleven en qua standplaats zijn ze niet heel kieskeurig. Klinkt als de perfecte plant.
Oorsprong
De beuk komt voornamelijk voor in Europa en het westen van Azië. Sinds de IJstijd kwam de boom al veel voor in Europa en rond de achttiende eeuw werd de beuk steeds vaker gebruikt als haag. Vooral rondom kloosters, paleizen en huizen werd de plant gezien.
Vermeerderen
Je kunt de beuk afleggen of enten als je hem wil vermeerderen. Afleggen houdt in dat je de tak naar de grond toebuigt en zet hem hierin vast. De beukentak zal vanzelf wortels schieten. Enten houdt in dat je twee beukentakken schuin afsnijdt en deze aan elkaar vastmaakt. Dit kun je doen met tape. Uiteindelijk heb je een sterke stek van de beuk.
Verzorging
De beuk heeft geen eisen als het gaat om de juiste standplaats. Hij doet het goed in de schaduw, zon en in de wind: top! Daarnaast zal de beuk niet veel verzorging nodig hebben. Je kunt hem zo nu en dan wat mest geven en wat water als het extreem warm weer is. De grond moet echter wel goed doorwortelbaar zijn.
Groei en bloei
De beuk groeit redelijk snel: ongeveer dertig tot zestig centimeter per jaar. Daarnaast kan de beuk gaan bloeien: vanaf eind april of begin mei kunnen er bloemen verschijnen. Er is verschil tussen een mannetjesbloem en een vrouwtjesbloem: de mannetjesbloem heeft de vorm van een hangend gezichtje, terwijl de vrouwtjesbloem twee opstaande bloemen heeft.
Snoei
Het snoeien van een beukenhaag moet twee keer per jaar gebeuren. Anders groeit deze steeds breder en zo verliest hij zijn vorm. Let erop dat de snoeibeurt voor de langste dag, 21 juni, moet hebben plaatsgevonden. De tweede keer doe je aan het einde van de zomer, van september tot oktober. Kies voor de snoeibeurt een dag uit dat de zon niet schijnt; anders zullen de bladeren verbranden.