Veel mensen zeggen dat de vijg het in het Nederlandse klimaat niet lang volhoudt. Toch is niets minder waar, want de vruchten van de vijgenboom worden in het Nederlandse klimaat net zo lekker als in het Middellandse Zeegebied. Daarnaast is de vijgenboom van zichzelf al een plaatje om te zien.
Planten
Plant de vijgenboom in het voorjaar op een plek waar de zon schijnt en waar het warm is, bijvoorbeeld tegen een muur aan die op het zuiden staat. Een muur geeft namelijk veel warmte af waardoor de vruchten snel rijp worden. Als je geen muur op het zuiden hebt, dan zet je de vijg op een plek waar het windstil is. Plant de vijgenboom in een groot gat of zet ‘m in een pot met verse potgrond. Als je hem plant in een pot is het belangrijk dat er scherven of stenen onder in de pot zit. Hierdoor groeit de vijg langzaam waardoor hij meer energie in de vruchten kan steken.
Verzorging
Zoals net al werd benoemd is het belangrijk om de vijg op een warme plek te planten. Daarnaast zullen ze het prima vinden om in een pot te staan en stellen ze geen hoge eisen wat betreft voeding. In de zomer moet de vijg water krijgen, maar niet te veel. Hij heeft namelijk een hekel aan natte voeten. Zorg er dus voor dat het water goed kan wegstromen, door middel van drainagegaten of hydrokorrels.
Vijgenbomen kunnen niet zo goed tegen de winter. Bij een temperatuur van -7 kan de plant al bevriezen. Het is dus verstandig om de plant tijdens de vorst naar binnen te halen. Een geschikte plek hiervoor is een koude garage, schuur of kas. Ook kun je sokjes – van ademend materiaal – over de vruchten trekken.
Oogsten
Je kunt vanaf augustus en september genieten van je eigen gekweekte vijgen. Vijgen die lijken open te barsten zijn klaar om opgegeten te worden. Ook kun je na de winter een tweede oogst verwachten; in de winter maakt de boom namelijk ook vruchten aan.
Vermeerderen
Je kunt de vijgenboom vermeerderen door stekken of afleggen. Stekken kun je het beste doen als het niet vriest en voordat de vijg begint uit te lopen. Je knipt simpelweg wat takjes af, verwijdert de onderste bladeren en je steekt de tak in de grond. Afleggen houdt in dat je een tak naar de grond buigt. Als de tak in contact komt met de grond zal deze vanzelf wortels gaan aanmaken. Springt jouw tak snel weer omhoog? Dan kun je een steen op de tak leggen zodat de tak op zijn plek blijft.
