Groene inhoudsopgave
Planten op kantoor hebben veel voordelen. Ze zorgen voor frisse lucht en staan nou eenmaal gezellig. Maar als de planten daar staan, moet er natuurlijk ook wel goed voor worden gezorgd. Het is zonde als de planten het niet overleven. Hoe zorg je ervoor dat de planten op kantoor in leven blijven? Hieronder hebben we een aantal tips voor je opgesomd.
1. Een goede plek
De eerste tip die erg belangrijk is en het grootste deel al oplost: zoek een goede plek voor je goede vriend. Kijk goed naar de wensen van de plant en kies op basis daarvan een plek voor hem uit. Zo kan het zijn dat een plant graag in de zon staat, of juist helemaal niet. Is er veel natuurlijk licht in jouw kantoor, of zitten er eigenlijk maar weinig ramen in het gebouw? Op basis van de lichtinval kun je een plant uitzoeken. Bovendien moet een plant ook niet op de tocht staan. Dit kan er namelijk voor zorgen dat jouw plant ziektes kan oplopen. Dat wil je natuurlijk voorkomen.
Als je de plek hebt bepaald voor een plant, kun je op zoek gaan naar de plant die hierbij past. Een plant voor in de volle zon is bijvoorbeeld de strelitzia of een cactus. Ook zal de sansevieria het hier goed doen, of de zz-plant. Is het een ietwat donker plekje? Kies dan voor bijvoorbeeld een calathea. Onthoud wel dat een plant altijd wel íets van licht moet krijgen om te kunnen groeien.
2. Een persoon die de plant verzorgt
Leuk, al die planten op kantoor. Maar, hoe zorg je ervoor dat ze er goed bij blijven staan? Het is in dit geval slim om iemand te vragen die voor de planten wil zorgen. Misschien is er wel iemand met groene vingers die die taak op zich wil nemen. Zo moeten de planten natuurlijk op het juiste moment een slokje water krijgen, moet de potgrond ververst worden of moet de plant worden verpot. Als niemand naar de planten omkijkt, is de kans ook niet heel groot dat de planten er altijd florissant bij blijven staan. Ook is het belangrijk om te kijken naar de verschillende soorten planten. De ene plant kan namelijk veel minder behoefte hebben aan water dan de andere plant.
3. Leuke bloempot(ten)
Leuke bloempotten geven natuurlijk de finishing touch aan de plant. Zorg ervoor dat je de planten een leuke bloempot geeft, zodat het ook uitnodigt om er regelmatig naar te kijken. Bovendien is het ook een tip om meerdere bloempotten te halen; ook wat grotere varianten. Planten groeien natuurlijk en die hebben op een gegeven moment behoefte aan een nieuw, groter huisje. Dit merk je als de plant stopt met groeien of als je de wortels begint te zien. Als je dit ziet, is het tijd om de planten te verpotten. Zorg er ook voor dat ook deze taak iemand op zich neemt. Zo kunnen jullie met z’n allen des te langer genieten van al het groen op kantoor.
Veelgestelde vragen over planten op kantoor
De frequentie van het water geven hangt af van factoren zoals de plantensoort, de potgrootte, de lichtomstandigheden en de temperatuur. Over het algemeen is het beter om minder water te geven dan te veel, om wortelrot te voorkomen.
Planten zoals sansevieria (vrouwentongen), dracaena, pothos, vredeslelie (spathiphyllum) en zz-plant (zamioculcas zamiifolia) zijn vaak geschikt voor kantooromgevingen vanwege hun aanpassingsvermogen aan verschillende licht- en wateromstandigheden.
Let op de gezondheid van de planten. Als ze er slap of bleek uitzien, kan dat duiden op te weinig licht. Draai de planten af en toe om gelijkmatige groei te bevorderen, omdat kantoorverlichting meestal van één kant komt.
Geel worden van bladeren kan wijzen op te veel water geven, te weinig licht, of een voedingsgebrek. Controleer de watergift, verplaats de plant naar een lichtere plek indien mogelijk, en overweeg het geven van een lichte dosis plantenvoeding.
Airconditioning kan de luchtvochtigheid verminderen, wat planten kan beïnvloeden. Plaats planten weg van directe luchtstromen en overweeg een luchtbevochtiger te gebruiken of de planten af en toe te besproeien met water om de luchtvochtigheid te verhogen.
Ja, regelmatig bemesten is belangrijk om planten gezond te houden, vooral in een omgeving waarin ze mogelijk niet veel voedingsstoffen uit de grond kunnen halen. Gebruik een evenwichtige plantenvoeding en volg de instructies op de verpakking.
Houd de planten schoon door stof van de bladeren te verwijderen en dode bladeren regelmatig te verwijderen. Controleer ook regelmatig op ongedierte zoals spint of bladluizen en neem indien nodig maatregelen om ze te bestrijden.
Planten die te groot worden voor hun potten kunnen worden overgepot naar grotere potten met verse potgrond. Doe dit bij voorkeur in het voorjaar, wanneer planten actiever groeien.
Hangende planten kunnen een teken zijn van te weinig water geven of te weinig licht. Geef de planten regelmatig water (laat de grond tussen gietbeurten iets opdrogen) en verplaats ze naar een plek met meer indirect licht.
Zorg voor regelmatige inspectie van de planten, geef water indien nodig (maar vermijd overbewatering), geef voldoende licht, bemest regelmatig, houd planten schoon en let op tekenen van problemen zoals vergeling van bladeren of ongedierte.